We zetten deze ochtend geen wekker. Pas rond half acht word ik wakker door het gekwetter van de vele vogels op de mooie camping. Het is al warm als ik uit de tent kruip. Er zijn nog weinig mensen op en ik wandel wat over het terrein. De camping ligt tussen enkele meertjes en de Senegal River, middenin een prachtig natuurgebied. Je kunt vanaf de camping zo in de rivier zwemmen. Er zitten geen krokodillen of andere gevaarlijke dieren in het brakke water. De camping heeft echter ook prima sanitaire faciliteiten, inclusief douches die soms zelfs enigszins warm aanvoelen (vooral ‘s avonds, als de zonneboiler z’n werk heeft gedaan, ‘s ochtends zijn ze koud).
Rond acht uur verschijnen meer mensen (Emile ligt nog lekker te ronken) en we eten samen een ontbijtje bij het restaurant. Lekker, met vers zelfgebakken stokbrood, vruchtensap, koffie, boter, jam en een versgekookt ei. Het restaurant is alleen aan de bovenzijde afgedekt door een heel hoog en groot rietdek, verder is het helemaal open. Het blijft er met het zachte windje in de schaduw heerlijk op temperatuur. Naast het restaurant leidt een gammele metalen trap naar een uitzichttoren, waarvandaan je de camping, de rivier, de wetlands, de zee achter de Langue de Barbarie en de outline van Saint Louis kunt zien.
Er hangt bij de receptie een bordje dat je per boot naar Saint Louis kunt varen, met minimaal 8 personen. Ik maak een rondje langs enkele teams en heb al snel genoeg geinteresseerden om een boot te vullen. We reserveren een boot voor vertrek rond 13:00 uur, waardoor we de middag in het centrum van Saint Louis kunnen doorbrengen en toch nog voor de barbecue die avond terug kunnen zijn. We hoeven in tegenstelling tot enkele andere teams verder niet aan onze auto te sleutelen dus hebben we lekker de tijd voor sightseeing. Om toch niet uit de pas te lopen met anderen maken we de motorkap open en controleren de olie (nog steeds geen druppel erbij nodig) en kloppen voor de vorm het luchtfilter maar even goed uit. Hebben we in elk geval weer zwarte handen.
Rond een uur gaan we naar de steiger waar al enkele anderen op de boot staan te wachten. Uiteraard is deze ook hier niet op tijd (we zijn al aan de Afrikaanse klok gewend) en we staan met onze voeten in het koele water in de hete middagzon aan de steiger te wachten. Na een half uurtje komt er dan toch een pirogue (lange houten Senegalese vissersboot) aanvaren en we kunnen instappen. We zijn met 18 man. John, onze Senegalese gids, gaat met ons mee om ons rond te leiden. Hij zal ons eerst meenemen naar een wisselkantoor waar we tegen een eerlijke koers Euro’s in CFA’s kunnen wisselen, vervolgens naar een typisch Senegalees restaurant en daarna een korte toer door het stadje. Prima plan lijkt ons. Eerst genieten we van de anderhalf uur durende tocht met de open boot over de rivier. Met de handen in het water en een zacht briesje is het lekker koel, terwijl het op de camping richting de 40 graden ging.
Na anderhalf uur meren we aan bij de kade van het op een eiland gelegen centrum van Saint Louis. Deze stad is door de Fransen gesticht als eerste Franse nederzetting in Afrika. Het werd gebouwd als hoofdstad van de Franse kolonies Mauritanie en Senegal. In 1960 werden Senegal en Mauritanie zelfstandig en verschoven de hoofdsteden naar repectievelijk Nouakchott (nieuw gebouwd in 1960) en Dakar. Vanaf dat moment begon Saint Louis aan een vrij letterlijk verval. Gelukkig is de koloniale stad nog goed zichtbaar tussen de in elkaar gezakte huizen. Er worden zelfs enkele koloniale huizen op Afrikaanse manier opgeknapt, om verder verval te voorkomen. Het stadsbeeld is dat van een Afrikaanse stad met Europees aandoende huizen. Dus zandwegen met veel geiten en straatverkopers tussen de porticos, veranda’s en balkonnen.
Zoals beloofd lopen we eerst naar een wisselkantoor waar we met enkele teams enkele honderden Euro’s omzetten in CFA Francs (ongeveer 600 Franc voor een Euro). Uiteraard heeft men niet genoeg cash in huis, dus duurt het een half uurtje voor we het pand weer verlaten. Daarna lopen we naar het restaurant. Een vrij kale ruimte, maar met mooie schilderijen en redelijk koel. We vermoeden dat John de mensen hier goed kent, want onze ober is… John. We krijgen koele drankjes en lekkere Yassa (uiensaus met kip of vis) of Maffee (rijst met kip en anders-dan-Indische pindasaus). Prima eten. Ook drinken we er lekkere Senegalese zoete thee bij.
Vervolgens verontschuldigt John zich omdat hij nog een aantal individuele passavants voor de Mali-teams moet regelen. Hij heeft echter wel een drietal paard-en-wagens weten te regelen die ons door de stad zullen touren. Wat ons betreft niet echt nodig, maar vooruit. We stappen in de wagentjes en beginnen als echte toeristen aan onze rondrit. Het is gelukkig heel erg rustig in de stad en we zien alle (?) highlights van Saint Louis. Halverwege krijgt een van de wagens een lekke band en worden de passagiers over de andere twee karretjes verdeeld. Het is best een komische tocht. Aan het eind van de trip zijn we weer bij de kade waar de Zebrabar-pirogue nog op ons ligt te wachten. Het is even een gesteggel om de koetsiers te overtuigen van het feit dat we maar voor 2,5 wagen willen betalen en niet voor 3. Na wat heen en weer gedebatteer gaan ze zuchtend accoord (we betalen ze uiteindelijk toch minimaal een flink dagloon elk).
Tijdens de boottocht terug gaat langzaam de zon onder achter de rivier. Het is een heerlijk tochtje, dat door de langzame stroming iets minder lang duurt dan de heenweg. Als we aankomen schemert het al en is het tijd voor een wijntje. Emile en ik schuiven aan bij team 1100 (motorrijders Cor, Harrie en Sietze) dat ons al enkele biertjes voor is. Ondertussen steken de Zwitsers een enorme barbecue aan. Men verwacht bijna 80 gasten voor de barbecue. Die avond komt ook de groep Duitse Dakar-gangers van de Dresden-Dakar-Banjul Rally op bezoek. Om half acht, net voor de barbecue begint, komen de Duitse barrels het terrein oprijden. Ondanks dat de Nederlanders en Duitsers niet helemaal mengen, wordt het een gezellige avond, waar weer de nodige Gazelles en Flag’s (en flessen Zuid-Afrikaanse rosé, rood en wit) naar de glasbak worden gedragen.