Volgens het roadbook rijden we vandaag van Marrakech naar Agadir, een relatief korte etappe van 265 kilometer over goede wegen. Echter gisteravond zeiden veel mensen dat ze verder wilden dan Agadir, om alvast een stuk te rijden van de veel langere etappe naar Laayoune op de 8e. Vonden ook wij een erg goed idee, dus planden we een route die ons tot voorbij Agadir zou leiden, naar Tiznit of Guelmim, aan de N1 naar het zuiden. De wekker stond op 7:00 uur, maar ik werd al rond 6:00 gewekt door het vertrek van enkele andere deelnemers. Toen we om 7:00 echt opstonden waren er al enkele teams vertrokken, evenals een heel grote groep Franse Dakar-gangers die achter ons stonden. Op de camping stond ook nog een grote groep Duitsers met dezelfde plannen, maar die gingen nog niet zo vroeg weg.
We kookten wat expeditieontbijt en ruimden onze spullen op. Toen we rond 8:30 dan ook echt vertrokken waren de meesten al weg. Alleen de 3V’s (de drie Volvo 740’s) stonden er nog. Het bleek hier dat een groot deel van de deelnemers de routes toch alleen of in kleine groepjes rijden. Het was dus helemaal niet vreemd om gewoon alleen te vertrekken. Het solo rijden was ons daarnaast in de voorgaande dagen goed bevallen. Je hoeft voor foto-, benzine-, eet- en plaspauzes met niemand rekening te houden en kunt stoppen waanneer en waar je maar wilt. We gooiden naast de camping de tank vol en reden de stad uit, terug naar de N8 richting Agadir. Het was mooi weer, onbewolkt en een graad of 18. Ondanks het goede weer besloten we ook vandaag weer de ‘klassieke’ route te kiezen, in plaats van een mogelijke route over de Tizi-n-Test pas. Deze pasweg over 2100 meter moet een van de mooiste van Marokko zijn, maar kan volgens onze Michelin kaart tussen oktober en april gesloten zijn. Omdat we overal sneeuw op de bergen zien lijkt het risico van een gesloten pas ons te groot en rijden we vlakke route over de N8.
Het eerste stuk van Marrakech naar Chichaoua is inderdaad vlak en relatief eentonig. Wel zijn de imposante toppen van de Hoge Atlas in het zuiden mooi zichtbaar boven de dorre vlakte van El Guigh. Na Chichaoua buigt de weg af naar het zuiden en loopt deze door de uitlopers van de Hoge Atlas naar de Souss Vallei. Hier loopt de weg door prachtige kloven en slingert het langs mooie bruinrode bergwanden. Aan het eind is er een prachtig uitzicht op de vruchtbare vallei en de Atlantische Oceaan. Enkele kilometers voor de Oceaan eindigt de N8 op een T-splitsing met de N1. Rechtsaf naar Agadir, zo’n 15 kilometer naar het noorden, linksaf richting Tiznit en Guelmim. Uiteindelijk loopt deze weg helemaal door tot Dakar. We gaan linksaf.
Een klein uurtje later, het is dan nog net geen 2 uur ‘s middags, rijden we Tiznit binnen. Volgens de Lonely Planet is dit het laatste echte stadje voor de Sahara, met een aardig oud centrum. We besluiten om de auto buiten de antieke lemen stadsmuur te parkeren en het stadje in te wandelen. Het is heel rustig op straat en we parkeren vrijwel naast de stadspoort. Uiteraard staat er binnen een tel een heuse parkeerwacht, met badge en pet naast ons. Hij zegt dat we hier veilig en goed staan. Ook komen er vanuit het niets twee jongens van een jaar of 25 bij ons die een praatje beginnen. Uiteraard heeft een van de jongens een broer met een antiekwinkel waar we vrijblijvend (ja, ja) kunnen rondkijken. Hij leidt ons er wel even heen, via de oude moskee die we ook moeten zien. Hij is uiterest vriendelijk en doet oprecht zijn best om interessante dingen te vertellen, maar we hebben geen zin in een onvrijwillige gids en een onvrijwillig bezoek aan een antiekzaakje. Het duurt 10 minuten voor we hem kwijt zijn, na duidelijk gezegd te hebben dat we echt niet met hem mee willen lopen. Als hij aftaait zijn we heel even de weg kwijt, maar al snel vinden we de moskee, gebouwd naar Malinees ontwerp. Een soort steen/lemen toren met houten stokken die er uit steken. De deuren zijn dicht en binnen is een gebedsdienst bezig. We blijven maar lekker buiten. Naast de moskee ligt de ‘Source Bleu’, een grote blauw betegelde waterbron, waar de stad omheen is gebouwd. Dezelfde kleur blauw als alle deuren van de roze-rode lemen huizen.
Na deze ‘highlights’ lopen we door de slaperige straatjes terug naar de hoofdweg en de stadspoort. Op de souq worden we aangeklampt door een jongen die zijn gids-diensten aanbiedt. Aan zijn ogen te zien vermoeden we dat ‘ie drugs gebruikt, hetgeen even later wordt bevestigd als ‘ie even een snuif van zijn zakdoek neemt. We schudden hem snel af. Het is eigenlijk wel jammer dat je nergens in Marokko rustig als toerist kunt rondwandelen. Er zijn net iets teveel mensen die iets van je willen. We geven de parkeerwacht een paar Dirham en rijden weer naar de hoofdweg. We zijn een uurtje in de stad geweest.
Omdat het pas 3 uur is besluiten we inderdaad door te rijden naar Guelmim, de volgende plaats en de ‘poort naar de Sahara’. Volgens de Lonely Planet zuijn hier enkele aardige campings, die we dan maar zullen uitproberen. Guelmim blijkt een bruisend plaatsje te zijn, waar we voor het eerst grotere aantallen Touaregs zien, in hun traditionele kobaltblauwe gewaden en verweerde bruine koppen. We volgen het kaartje in de Lonely Planet en zijn al snel op de weg naar Assa. De camping moet nu 12 kilometer verderop zijn. Inderdaad zien we aan het eind van het stadje borden staan richting de camping en al snel rijden we over een hobbelig onverhard weggetje richting een soort oase in de woestijn. Na 500 meter rijden we de open poort door van ‘Domaine Khattab’ een ferme-touriste en camping. Er lijkt niemand te zijn, tot een vriendelijke man uit zijn kantoor op ons afkomt en ons hartelijk welkom heet op zijn camping. Hij gebaart ons door te rijden naar het achter terrein, waar de camping is. Midden op het grote terrein leidt hij ons naar een met rieten afrastering afgeschermde kampeerplek van 25 bij 25 meter. Hij wijst waar de zon opkomt en hoe de wind zal waaien, zodat we onze tent op een goede plek kunnen neerzetten. Vervolgens laat hij ons rustig de boel opbouwen. Het is een uniek plekje. Er zijn geen andere kampeerders en onze enige aanspraak zijn de twee vriendelijke boerderijhonden, die bij de ingang van ons afgerasterde plaatsje gaan liggen en ons nieuwsgierig aankijken.
Het is een prachtige avond. Als we aankomen is het een graad of 23 en helemaal helder. We zetten eerst alleen de binnentent op omalles goed te laten drogen. In Marrakech was na de koude nacht alles erg vochtig geworden. Alles is hier in het zonnetje snel droog. We filmen en fotograferen de mooie maar snelle zonsondergang en koken vervolgens een lekker maaltje van ‘pasta met kaas en champignons’. We gooien er een in stukjes gesneden Italiaanse worst (van thuis) en kaas in voor extra calorien en eten het met smaak op. Ondanks dat het donker is en er geen lampen op het kampeerterrein staan, hebben we genoeg licht. Boven ons schijnt een halve maan, die voldoende licht geeft om alles buiten goed te kunnen zien. Het is een vreemde gewaarwording om alles te zien met schaduw van de maan. Vervolgens werken we onze dagboeken bij en kruipen lekker vroeg onder de wol.