Vandaag staat er eigenlijk niet veel op de planning. We beginnen met een beetje uitslapen, douchen en een uitgebreid ontbijt met broodjes en eieren. Vervolgens willen we graag ons programma voor de komende dagen gaan regelen en moeten we al afscheid nemen van Paul en Michiel, die vandaag hun auto voor de veiling aan Kambengo overdragen. Het kost ons enkele uren om Kebba aan de telefoon te krijgen, maar hij is vervolgens snel ter plekke. We maken een afspraak om op onze laatste dag – de 23e – samen met Kebba enkele projecten van Kambengo te bezoeken en onze auto aan hem te doneren. Rond het middaguur moeten Paul en Michiel afscheid nemen van hun trouwe Volvo 440, die door Kebba zonder kentekenplaten van het terrein wordt gereden.
‘s Middags rijden we met de Runawaybrides en de autoloze stofhappers naar de kust. We gaan op zoek naar een idyllisch strandje waar we kunnen eten, zwemmen en drinken. We vinden deze plek op Osprey Beach, vlakbij het vissersdorp Sanyang, een kilometer of 20 ten zuiden van het hele toeristengebeuren bij Senegambia. We rijden een hobbelige zandweg richting zee tot de Osprey Beach Club, een verzameling hutten aan een spierwit strand omzoomd door prachtige kokospalmen. Er is bijna niemand. Op de parkeerplaats staat alleen een groene 4wd met Gambiaans kenteken, maar onmiskenbaar in een eerdere editie van de Amsterdam Dakar Challenge naar Gambia gebracht. De Nederlandse sponsorstickers zitten er nog grotendeels op.
We bestellen wat te eten en enkele dames slenteren richting de vissersboten om verse vis en andere ingrediënten te halen. Het duurt even voor ze terug zijn en hebben gekookt, maar ze zetten ons een heerlijke en uitgebreide verse vismaaltijd voor. Tijdens het wachten vermaken we ons prima in de heerlijk warme zee en op ligstoelen op het verder verlaten strand. Wat een paradijs!
Aan het eind van de middag rijden we nog even onze twee auto’s het strand op voor paradijselijke foto’s. Hierbij komen we weer enorm vast te zitten en moet de roze Golf weer worden weggesleept. Heerlijk, nog even het Sahara gevoel! Na de foto- en afsleepsessie hobbelen we weer richting de nieuwe asfaltweg naar het vliegveld. Op het kleine vliegveld van Banjul drinken we met de Stofhappers een laatste gezamelijke biertje. Het is donker als we het vliegveld afrijden. We willen gaan dineren in de door alle reisgidsen sterk aanbevolen Lamin Lodge, een ecolodge in het warer van de Gambia River.
De weg waaraan de lodge ligt blijkt lastig te vinden, vooral door het ontbreken van straatverlichting, maar we vinden de afslag toch. Halverwege het pikkedonkere zandpad door de jungle komen we een groep andere challengers tegen, die hun eten net op hebben. We twijfelen even of we met hen meegaan naar de camping, maar rijden toch door de zwarte jungle in, richting de lodge. Na een kilometer of twee in het donker doemt een donkere parkeerplaats op waar enkele figuren rondhangen. In het licht van de verstralers zien we dat we bij de lodge zijn. De mannen gebaren ons dat we hier onze auto kunnen parkeren en verder moeten lopen. Het ziet er vertrouwd uit, dus we volgen de mannen met zaklampen over een donker junglepad.
Aan het eind van het pad lopen we over enkele bruggetjes en komen bij een prachtig houten bouwwerk op poten in het water. Het is er stikdonker, want er is geen electriciteit. Ze waren van plan juist de boel dicht te gooien, maar hadden al van veraf onze koplampenm gezien en waren nog even gebleven. Nu steken ze de olielampen weer aan en stoken de oven weer op. We mogen op de bovenste verdieping gaan zitten, waarbij we vanuit een soort open rieten veranda uitkijken over de donkere jungle en de rivier, vol zware geuren en geluiden. In de verte zien we de lichten van het vliegveld en de haven van Banjul. Wat een prachtige plek!
Opdat de keukenbrigade niet teveel werk heeft (en wij niet al te lang hoeven wachten) bestellen we allemaal de ‘daily special’ van vis. Onder het schijnsel van de kaarsen en een enkele zaklamp genieten we van onze koele drankjes en het goede eten. Wat een paradijsje! En wat een afsluiting van de dag! Eenpaar uur later rijden we weer door de pikzwarte jungle naar de hoofdweg, met als passagiers het bijna voltallige personeel van de lodge. Het is al laat als we weer op de camping aankomen, maar nog niet te laat voor een klein feestje met wat wijn en bier – tot de campingeigenaar ons naar bed stuurt.