Vandaag een heel luie dag. Enkele mensen doen wat serieuze reparaties aan hun auto, maar de meesten hebben de motorkap alleen open staan voor de vorm. Wij laten onze auto met rust. Olie is op peil en de rammels worden niet erger. We rijden gewoon zo door.
Vanmiddag gaan we even naar het strand, waar nog enkele teams rondhangen. Het water is eigenlijk te koud om lekker te zwemmen, dus zijn we er al weer snel weg. Vervolgens rijden we naar de stad Dakhla, waar we wat inkopen doen en een internetcafe opzoeken. Als we hier klaar zijn gaan we iets eten en ons voorbereiden op de rit naar de Mauritaanse grens morgen, zo’n 360 km ten Zuiden van Dakhla. We staan dan een nacht op camping Abba in Nouadhibou voordat we met een gids vier dagen Nationaal Park ‘Banc d’Arguin’ ingaan. Na deze vier dagen komen we in de hoofdstad Nouakchott, waar we een nacht op camoing ‘Auberge du Sahara’ zullen staan alvorens naar Senegal te zijn. Eenmaal op camping Zebrabar in Saint Louis zouden we weer internet toegang moeten hebben.
Als we ‘s avonds uit het internetcafe komen, nadat het uploaden van de website half is gelukt, is het donker buiten en is de stad meer tot leven gekomen. Tegenover het internetcafe blijkt een kleine overdekte markt te zijn waar we hartelijk worden ontvangen door de slager en de olijvenverkoper. We kopen er lekkere pittige rode olijven en maken mooie foto’s. Daarna gaan we op zoek naar een restaurantje. Er zijn er genoeg, maar de meeste zien er niet echt aantrekkelijk uit. Uiteindelijk gaan we zitten op het terras van een Spaans-Marrokkaans restaurantje aan de boulevard. We bestellen er lekkere the-de-menthe, een tajine de kefte en lamsboutjes. Het duurt vervolgens ruim een uur voordat het eten ook op tafel staat. Na een half uurtje komen Saffron en Karin bij ons zitten, samen met een wat oudere Marrokkaanse man, die zich voorstelt als Aziz. Hij blijkt vol verhalen over de hippietijd en is een gezellige tafelgenoot. We bestellen nog een paar potten muntthee en gaan een paar uur later pas weer weg.