Een wintertocht aan het eind van de zomer? Dat moet dan wel in het poolgebied zijn. In een van de meest onherbergzame en afgelegen landen ter wereld gaan twee enthousiaste winterkampeerders het avontuur aan. En het is een bijzonder avontuur geworden. Een ijskap van 1000 bij 2500 kilometer, een met explosies gepaard gaande afbrokkelende gletscher, poolvossen in het kamp en muskusossen en rendieren in de verte. Gelukkig geen ijsberen…
12 september 2008
Op 12 september vliegen we van Düsseldorf via Kopenhagen naar Kangerlussuaq in West-Groenland, zo’n 50 kilometer ten Noorden van de Poolcirkel. Groenland is enkel via Kopenhagen vanuit het buitenland te bereiken en Air Greenland heeft een (bijna) monopolie op alle vluchten, wat slecht is voor de ticketprijs…
Kangerlussuaq is een oude Amerikaanse luchtmachtbasis en nu het belangrijkste internationale vliegveld van Groenland. Er wonen 500 mensen in dit troosteloze grijze dorp. Het hele dorp ligt direct langs de startbaan van het vliegveld. Er is een supermarkt, een postkantoor, een kerkje, een hotel, een sportcentrum, een restaurant en een paar smoezelige bars. Verder wat faciliteiten voor militairen en wetenschappers. Aan de rand van de nederzetting begint de wildernis.
Dit bord uit 1958 is de grootste toeristische trekpleister van het dorp. Nog 3 uur en 15 minuten vliegen naar de Noordpool.
We overnachten in Hotel Kangerlussuaq, het beste hotel van het dorp en feitelijk onderdeel van het luchthavengebouw.